maandag 16 augustus 2010

San Pedro en Iquique

Hola amigos,

Ondertussen ben ik alweer terug in Santiago, waar ik mijn allerlaatste dagen in Chile spendeer. De tijd is voorbij gevlogen en ik moet jammer genoeg weer terug naar Belgenland.
Ik ben naar het noorden geweest, meebepaald San Pedro de Atacama dicht bij de Boliviaanse grens en Iquique. In San Pedro had ik het gevoel weer in Peru te zijn. De mensen zijn er donkerder en hebben Incatrekken, de artesania is dezelfde hoewel de prijzen het dubbele zijn. We hebben verschillende excursies gemaakt: naar de woestijn, de zoutvlakte (de derde grootste in de wereld), de valle de la luna en valle de la muerte, twee prachtige valeien, lagunas altiplanicas, twee meren op 4200 meter hoogte, en letterlijk en figuurlijk het hoogtepunt op 4350 meter hoogte de geisers El Tatio, de hoogst gelegen geisers ter wereld. We moesten om 3u30 opstaan om na de lange rit de zonsopgang te kunnen zien. Het was -13 graden, maar het was het waard.
Iquique is een prachtige koloniaal-engelse stad met mooie stranden. De hoofdstraat lijkt een decor voor een film. De voetpaden zijn van hout en de 19de eeuwse huizen hebben alle kleuren van de regenboog. We hebben een excursie gemaakt naar verschillende andere dorpjes en stadjes, waaronder Humberstone. Een spookdorp uit de 19de eeuw. Nadat de salitre-industrie was ingestort werd het stadje verlaten en alle huizen, de markt, het theater, de schooltjes, de kerk en de straten liggen er verlaten bij. Enkele jaren geleden hebben ze het UNESCO werelderfgoed verklaard en proberen ze het stadje te conserveren.
Mijn reis was echt zalig en het was lekker warm, niet zoals in Santiago. Maar ik kom algauw terug in België waar ik nog van de laatste zomerdagen ga kunnen genieten - hoop ik toch.

Tot binnenkort!
Stefanie

maandag 2 augustus 2010

Rapa Nui/Paaseiland

Na 5 uur vliegen naar de meest afgelegen plaats ter wereld, kwamen we aan op het
eiland waar een paar eeuwen geleden de Holanders op Paaszondag toekwamen en het de naam Paaseiland gaven of Rapa Nui zoals de inwoners het noemden.
De namiddag nadat we aangekomen zijn, hebben we het enige stadje (of beter gezegd dorpje) van het eiland verkend en onze eerste moai’s (de beelden) gezien. Alles is superduur: de souvenirs, het eten (een doos Kellogg’s kost zo’n 8 euro), de hostels, … Gelukkig hebben we een Chileense identiteitskaart zodat we voor de ingang van de parken evenveel als de Chilenen konden betalen en niet drie keer meer zoals andere toeristen.
De eerste dag hebben we een vulkaan beklommen en de ruines boven bezocht. De krater is gevuld met kleine meertjes: een prachtig uitzicht! Dag twee hebben we fietsen gehuurd en een tour rond het eiland gedaan. Zo’n 60 km hebben we gefietst.. We voelden onze poep niet meer! We hebben vele ahu’s (platforms) en moai’s gezien. We hebben een andere vulkaan beklommen, daar waar ze de moai’s uithakten. De wand ligt bezaait met onafgewerkte en afgewerkte moai’s, klaar om naar hun plaats vervoerd te worden. In de krater is er ook een meer te zien. Hoogtepunt was een ahu met 12 moai’s in goede staat. We hebben verder gefietst tot aan één van de twee stranden op het eiland waar we konden uitrusten en genieten van het zonnetje. De tocht terug was best zwaar in het begin. Het was heel de tijd bergop, maar toen we het hoogste punt bereikt hadden konden we genieten van bergaf! We zijn totaal uitgeput in ons hostal toegekomen. De derde dag hebben we een andere toer gemaakt, deze keer te voet. Het hele eiland ligt bezaaid met moai’s en andere overblijfselen van de Rapa Nui cultuur. We hebben enkele grotten bezocht en een berg beklommen (ook een oude vulkaan) waar ze de rode hoeden van de moai’s maakten. De laatste dag hebben we een auto gehuurd en nog eens een toer rond het eiland gemaakt. ’s Avonds zijn we naar de traditionele dans (natuurlijk voor toeristen) gaan kijken. Echt ongelofelijk!
Het was een prachtige reis! Het weer was zalig. Warm maar niet te warm en het spetterde telkens voor 5 min en dan klaarde het weer op. Het landschap is supermooi, net als de mensen. Ik heb nog veel meer te vertellen, maar da’s voor als ik terug in België kom!

Vele groetjes,
Stefanie